Over De Stad Goes
Ergens in de 9e-eeuw streken de eerste mensen neer op de plek waar nu Goes ligt. In de nabijheid ligt een restant van de kreek die Korte Gos werd genoemd. De nieuwe nederzetting dankt hieraan z'n naam. Schapenhouderij en visserij waren de belangrijkste activiteiten van de bewoners van toen. Het gebied is door verzilting minder geschikt voor landbouw. De graven van Vlaanderen en Holland-Zeeland betwisten het bezit van dit deel van Zeeland. Kort na een overstroming in 1134 wordt overgegaan tot grootschalige dijkaanleg. In diezelfde tijd wordt het dorp Goes een zelfstandige parochie en wordt de Grote Kerk of Maria Magdalenakerk gebouwd. Rond 1200 wordt de huidige haven gegraven en in 1267 krijgen de Goesenaaren tolprivilege waarmee handel en scheepvaart sterk worden bevorderd. Goes breidt uit rond de haven, rond de kerk en rond Slot Oostende. Daar tussenin blijft een groot deel onbebouwd, het marktplein waar al vanaf de 14e-eeuw op dinsdagen markt wordt gehouden. Op 7 juli 1405 geeft graaf Willem VI (vader van Jacoba van Beieren) aan Goes veerrecht, dezelfde dag bevestigt de graaf alle vroegere privileges van Goes en voegt daar een nieuwe aan toe: de baljuw en schepenen van Goes mogen dieven en andere misdadigers berechten buiten de graaf en hoge Zeeuwse vierschaar om. In deze tekst wordt Goes voor het eerst als stad aangeduid. In 1417 krijgt Goes toestemming van gravin Jacoba van Beieren om rond Goes een gracht aan te leggen compleet met vijf poorten met bruggen over de gracht.
De collectie in de Stadsgeschiedenis zaal
In deze zaal komt de geschiedenis van Goes tot leven. Er is o.a. informatie over Slot Oostende, de zouthandel, het belang van Meekrap, de Goese haven en natuurlijk het wapen van Goes, voorzien van de ganzen die van oudsher rond de stad aanwezig waren in de natuur. Een kijkje in het leven van toen krijg je door een op schaal gebouwd huisje waar je door de raampjes naar binnen mag gluren. Maar als bezoeker mag je ook even plaatsnemen in de gevangenis en de oude gevangenisdeur, waar van alles is ingekerfd, bewonderen.
